afb. A.F.A.M. Wetzer, 11 september 2004
Epitaaf en schrijn op de Oranjegalerij in het stadhuis, van de hand van de beeldhouwer Peter Roovers. Deze werden opgericht voor hen die voor de bevrijding van de stad en land sneuvelden. De namen van de gesneuvelden zijn in het epitaaf gebeiteld. Op het deksel van de schrijn is op een zilveren plaat de volgende tekst gegraveerd: Op heden den 3den Mei 1947 werd deze schrijn door het comité van Ouders en Familie van de gesneuvelde Bosschenaren overgedragen aan het Gemeente-Bestuur van 's-Hertogenbosch. Deze schrijn is tot stand gebracht door Ouders en Familie met welwillende medewerking ingezetenen dezer stad en is bedoeld, om de zich hierin bevindende bescheiden, tot in lengte van jaren voor het nageslacht te bewaren. | 113 |
In het stadhuis van ’s-Hertogenbosch bevindt zich het oudste gemeentelijke monument ter nagedachtenis aan 41 slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Het zogenaamde Epitaaf (gerealiseerd in 1947 door kunstenaar Peter Roovers) heeft met het Schrijn - een kistje met persoonlijke eigendommen van gesneuvelde militairen - z’n oorsprong al in het oorlogsjaar 1940. In het Epitaaf staan 41 namen van gesneuvelde Bossche militairen en verzetsstrijders. In het Epitaaf worden de volgende slachtoffers genoemd: Militairen, gesneuveld in mei 1940Chr.J. Dokters, J.D. Lauwers, J.A. van den Broek, A.J.M. van Dinther, J.Th. van der Linden, J.P.M. de Coster, A.F. Hunkemöller, P. van de Graaf, J.A. den Teuling, L.F. Schrover, L. van Griensven, H.J.N. van Oosterhout, J.F.L. Oomis, C.N.B. van der Vliet en Fokke H. Groen. P.J. van der Eerden staat eveneens vermeld, en stierf in juni 1941 aan de verwondingen die hij opliep in mei 1940. Bij de vermelding van A.C. van Kasteren is sprake van een spelfout. De juiste spelling is A.C. van Kesteren.Verzetsstrijders, vermoord in 1943, 1944 of 1945J. Begemann, Th.W. van den Bogaard, J.F.D. van Gool, G.J.H. van Hoeckel, H.H.J.J. Staal, W.A.A.M. Verhoeven, F.W. Baron van Hugenpoth, A.H.A.P.M. van der Velden, H.G.M. Koopmans. J.G.J. de Graaf en W.F. Andriessen. Bij de vermelding van P.F.H. van der Linden en J.J.M. Trimbosch is sprake van een spelfout: de juiste spelling is P.F.H. van der Linde en J.J.M. TrimbosMilitairen, gesneuveld in 1942 tot en met 1946C.J. van Amerongen, Ant.Fr. van Kasteren, M.W. van Ooyen, K.F.M. van Rossum, P.L. Kerssens, Fr.W.A. Zeeuwe, C. A.A. Boxman, J.W.A. Verhoeven, M.C.N.A. Govers en Joh.W.A. Sledsens. Bij de vermelding van J.L. van der Heyden is sprake van een spelfout. De juiste spelling is J.L. van der Heijden. |
In de Oranjegalerij van het Bossche stadhuis bevindt zich het zogenaamde Epitaaf. Epitaaf betekent grafschrift. Dit speciale epitaaf is dan ook een grafschrift voor de vele Bosschenaren die het leven verloren door het oorlogsgeweld tijdens de laatste wereldoorlog; een feit dat we morgen weer zullen herdenken. In de meidagen van 1940 behoorden ook Bossche jongens tot het Nederlandse leger, dat ons land tegen de invallende Duitse troepen trachtte te verdedigen. Ook Bossche militairen sneuvelden tijdens deze hopeloze strijd. Al gouw raakte het in de stad bekend dat 16 jongens gesneuveld waren; later kwam daar nog een zeventiende bij. Via het Rode Kruis of door de strijdmakkers waren persoonlijke bezittingen van verschillende van deze gesneuvelden weer in het bezit van de nabestaanden gekomen. Een van de ouders, de heer A. Hunkemöller, kwam op het idee, deze en andere herinneringen aan de doden in een schrijn te bewaren. Eind november 1940 was het door Hunkermöller gemaakte schrijn in zijn grondvorm klaar. Het comité, dat inmiddels was opgericht, besloot edelsmid G. Cordang te verzoeken een eenvoudige versiering voor het schrijn te maken.
Uiteindelijk werd het schrijn behalve met zilverbeslag, versierd met twee wapens: dat van 's-Hertogenbosch en dat van de Nederlanden. Op de hoeken bevinden zich vier helmen en aan de voorkant staat te lezen „den dood mijn vader”. In werkelijkheid staat er rondom: „Tot in den dood mijn vaderland getrouwe”.
Het oorspronkelijke plan, om het nog tijdens de oorlog als een blijvende herinnering in het stadhuis te plaatsen, kon geen doorgang vinden: ook het schrijn moest onderduiken. In de de loop der tijd werd duidelijk, dat de gesneuvelden van de meidagen 1940 niet de enigen waren, die stierven voor de vrijheid. Bosschenaren streden in geallieerde dienst of in het verzet. Er waren er die dit niet overleefden...
In 1946 werd begonnen met het maken van de Epitaaf. Het beeldhouwwerk van Ettringer tufsteen werd vervaardigd door Peter Roovers en geeft onder meer een vliegtuig, een tank, een parachute en een oorlogsboot te zien; symbolen van de oorlog. Op een plaquette zijn de namen te lezen van hen, die stierven als militair, gesneuveld in de meidagen van '40 of later in geallieerde dienst, of als verzetsstrijder, gefusilleerd of omgekomen in een concentratiekamp. Verder worden er 515 Bossche burgers gememoreerd, gestorven tengevolge van oorlogshandelingen.
Het schrijn staat op een voetstuk, waarin zich nog twee kisten bevinden, die afgedekt worden door een rood-wit-blauw dundoek. Ook in deze kisten bevinden zich persoonlijke bezittingen van 178 gedode Bosschenaren. Voorts worden er in het schrijn zelf, behalve de eerder genoemde bezittingen, onder andere foto's bewaard betreffende de Tweede Wereldoorlog in 's-Hertogenbosch. In mei 1947 werd dit oorlogsmonument onthuld.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : EpithaafBrabants Dagblad donderdag 3 mei 1984 (foto) |
|
2018 |
Gesneuveld voor hun stad en vaderlandHet oudste Bossche monumentje uit de Tweede Wereldoorlog is een schrijn met dierbare herinneringen. De gemeente zoekt nabestaanden van de mannen op het grafschrift en een plek in het stadhuis voor álle oorlogslachtoffers.
Peter de Bruijn | Brabants Dagblad, dinsdag 8 mei 2018 | Regio 2-3
|
Frans van Gaal, Een monumentaal oorlogsverhaal (2003) 140
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 106-109